Vaccinatie begeleiding paard/hond

Vaccinaties 

Het doel van vaccinaties  is het voorkomen van ernstige ziekten, die meestal een kans op dodelijke afloop hebben.

Door de ziekteverwekker (meestal een virus of bacterie) in verzwakte vorm toe te dienen, gaat het lichaam hier afweerstoffen tegen maken en is het voor een bepaalde periode beschermd tegen de betreffende ziekte.

Een inenting bevat altijd meerdere subgroepen van een ziekteverwekker en bevat meestal meerdere ziekteverwekkers tegelijk. Daarom is het een hele sterke en onnatuurlijke stimulatie van het immuunsysteem. Dieren kunnen daardoor een duidelijke terugval krijgen als ze met een genezingsproces van een andere ziekte bezig zijn (bijvoorbeeld een allergie). Ook kunnen allergische of toxische reacties ontstaan ten gevolge van de hulpstoffen die de entstof bevat.

Toch is enten vaak nodig, omdat bescherming tegen bepaalde ziekten nodig is of omdat het verplicht is in een aantal situaties. Bijvoorbeeld als je wedstrijden rijdt met je paard Of naar de hondentraining of -opvang gaat. Om de bijwerkingen van een enting te minimaliseren, is het volgende aan te bevelen:

• Vaccineer alleen wanneer dit nodig is. Inentingen tegen bijvoorbeeld tetanus zijn niet elk jaar nodig.
• Ent tegen zo min mogelijk ziektes tegelijk.
• Vaccineer alleen als een dier gezond is.

Op onze praktijk begeleiden wij de vaccinatie met druppels van een geïnverteerde vaccinatie die de mate van belasting op het lichaam kan verminderen. Voor paarden die vaak negatief/allergisch reageren op de vaccinatie is dit een goede oplossing. Zwelling, moeheid, stijve spieren, bultjes of jeuk zijn enkele voorbeelden van allergische reacties na de vaccinatie. 

De tetanus vaccinatie bij het paard hoeft niet jaarlijks herhaald te worden. Tetanus is namelijk geen besmettelijke ziekte, maar kan optreden na een wondinfectie. Momenteel worden nog veel paarden jaarlijks of zelfs 2x per jaar gevaccineerd met tetanus. Dit is een onnodige belasting voor het immuunsysteem. Ook lijken de pijnlijke en/of stijve spieren na een vaccinatie met name het gevolg te zijn van de tetanus vaccinatie. De influenza en tetanus vaccins zijn al enkele jaren gecombineerd en los van elkaar te verkrijgen.

Vaccinatie bij de pup/kitten.

Vaccineren wanneer het dier nog beschermt wordt door de antilichamen die de pup of kitten via de melk meekrijgt van het moederdier, kan de vaccinatie onwerkzaam maken. Tegelijkertijd vermindert de vaccinatie dan ook de maternale immuniteit, de afweer die de pup van de moeder meekrijgt, omdat op die jonge leeftijd het immuunsysteem nog niet rijp is. De immuniteit van de moeder neemt vanaf 6 weken langzaam af en sommige pups zijn wel tot 12 weken nog beschermd door de immuniteit die ze van de moeder meekrijgen. Wanneer je zeker wilt weten of de pup beschermd is, is er de mogelijkheid om de concentratie afweerstoffen te controleren met een titerbepaling. Binnenkort mogelijk bij praktijk Het Ilperveld

Het is dus is zaak om zeker niet te vroeg te vaccineren, want dat kan het immuunsysteem in de war brengen bij gevoelige honden en zo allergieën veroorzaken. Liefst op zijn vroegst op 8-10 weken, maar ivm met de leeftijd waarop ze van de moeder weggaan is dat vaak ingewikkeld. Begeleiden van de vaccinatie met een invers doet de kans op bijwerkingen sterk verminderen/voorkomt bijwerkingen.

Uitleg Immuunsysteem:

1^e barrière: De weerstand: huid, slijmvliezen en flora; indien heel en gezond houdt deze ziektekiemen netjes tegen.

Als dat niet lukt en ziektekiemen komen binnen dan gaat de 2e barrière aan de slag

2^e barrière: aspecifieke afweer – wittebloedlichaampjes die de ziekte kiemen aanvallen

Wanneer er  teveel of te gevaarlijke ziektekiemen zijn trekt de aspecifieke afweer aan de bel bij achterban -->

3^e barrière: De specifieke afweer: Deze maakt een kopie van ziektekiem, die wordt opgeslagen in het geheugen en vallen alles aan wat er zo uitziet. Dit is wat we met  een vaccinatie willen bereiken.

Vaccinatie:

Een vaccinatie is gemaakt van verzwakte / dode ziektekiemen en hulp- en conserveringsmiddelen. Deze ziektekiemen zouden zonder de hulpstoffen al direct door de 1e of 2e barrière)  worden verwijderd en dan wordt er dus geen geheugen opgebouwd.

Je wilt juist wel een geheugen opbouwen dus worden er irriterende stoffen toegevoegd om de 2e barrière te omzeilen. Door deze irriterende stoffen wordt het immuunsysteem overprikkeld;

1         specifieke afweer komt direct in actie

2         door de overprikkeling gebeurt het niet zelden dat het immuunsysteem ook een kopie maakt van lichaamseigen stoffen/ voedingsstoffen/conserveringsmiddelen/ dragerstoffen in de vaccinatie buiten de ziektekiemen om. 

Mogelijk gevolg bij dieren die gevoelig zijn:

=> allergieën

=> auto-immuunziekten

Vaccinatie kan een diepe verstoring op het (onrijpe) immuunsysteem geven, het is dus zaak het moment van vaccineren en de begeleiding daarbij goed op orde te hebben.